de goden zijn iemand gunstig gezind


de goden zijn iemand gunstig gezind 1.0

het geluk is aan iemands zijde; het zit iemand mee

Algemene voorbeelden


De depressie van mijn vader nam een keerpunt toen hij op een nacht tegen een paal reed. Zijn auto was total loss, maar zelf had hij bijna niks. Voor de eerste keer sinds de zomer van de muur waren de goden hem gunstig gezind geweest. Het teken stemde hem euforisch. Hij belde iedereen op om hun het blijde nieuws te melden. Dat hij door het oog van de naald was gekropen. Dat het leven mooi was.

Alle verhalen, Kristien Hemmerechts,

'Kun jij een afspraak met hem regelen?' 'Natuurlijk.' Haar mobieltje ging over. Toen ze de stem van commissaris Van In herkende, stak ze triomfantelijk haar duim omhoog. De goden waren haar gunstig gezind.

De vijfde macht, Pieter Aspe,